Hoe verliep het leven voor en na de bevrijding?
Inleiding
Over de Tweede Wereldoorlog hoor en lees je nog steeds veel. Vooral op school bij geschiedenisles, maar ook in de krant, als er bijvoorbeeld iets uit de oorlog wordt gevonden of er een herdenking plaatsvindt.
Hier in de buurt zijn ook dingen teruggevonden, zoals vorig jaar bij de Uffelse beek in Grathem een handgranaat uit de Tweede wereldoorlog. In Heythuysen worden nog elk jaar de slachtoffers herdacht, waar ze vanuit de basisscholen in de buurt ook aan meedoen. Maar het grootste deel van wat zich hier heeft afgespeeld had ik nog niet gehoord of gelezen voordat ik aan dit werkstuk begon. Mijn oma, opa en oudtante hadden well eens iets verteld, maar echt veel dingen wist ik nog niet. Zoals jodenvervolging, verzet en vooral de bevrijding hier.
Als onderwerp heb ik de bevrijding gekozen, omdat ik daar meer over wilde weten.. Via diezelfde oma, die mij ook aan een paar boeken heeft geholpen. Dat is gelukt, want door dit werkstuk weet ik veel meer over de bevrijding hier in de buurt en de gebeurtenissen ervoor, tijdens, en erna.
Hoe gingen de bevrijders te werk?
De geallieerde landingen in Normandie Op 6 juni 1944 schroefde de stemming van de Nederlandse bevolking weer op. De kinderen zongen al: ‘Ei, ei, ei was de oorlog maar voorbij’. Men was in opperbeste stemming, omdat de bevrijding nu niet lang meer op zich kon laten wachten. De Amerikaanse, Engelse en Canadese troepen kwamen eraan, met vele geallieerde vliegtuigen en tanks, za werd gezegd. Zondag 3 september ’44 maakte Radio Oranje bekend dat het georganiseerde verzet een bevelhebber had gekregen, Prins Bernhard. Toen op 4 september ook nog eens bekend werd gemaakt dat Antwerpen bevrijd was, steeg de spanning. Later op die dag meldde de radio dat de Britten de Nederlands-Belgische grens gepasseerd waren in Zuid- Limburg. De Britten zelf riepen dat het Duitse leger al helemaal was ingestort. s Avonds zei de eerste minister, professor Gerbrandy, op de radio nog eens dat de geallieerde legers de Nederlandse grens over waren, rondom middernacht hoorde de radioluisterende Nederlanders zelfs dat ze in Breda waren. Dinsdag 5 september werd ’Dolle Dinsdag genoemd, doordat men dol was van de spanning en de verwachting dat de geallieerden ieder moment op de stoep konden staan. De mensen liepen openlijk in oranje, en hinqen de Nederlandse vlag uit. Dit bericht was door de meIdingen op de radio en massa's wegtrekkende Duitse troepen, en NSB‘ers, en oprukkende Binnenlandse Strijdkrachtag, Pas ’s-avonds bleek dat de geallieerden eigenlijk pas bij het Albertkanaal in België waren. En te optimistische inschatting van de geallieerden. Ook had men de maandag ervoor te horen gekregen dat er Britse tropen in Breda waren, wat ook niet klopte. De Duitsers maar ook de geallieerden waren het overzicht kwijt door de razendsnelle opmars van de geallieerde legers.
Waardoor kwamen de geallieerden zo Iaat in Zuid-Nederland?
Onder andere als gevolg van de 2 dagen rust die het geallieerde leger had genomen na de bevrijding van Antwerpen kwam de bevrijding in Nederland later dan verwacht. Ook de Britse troepen hadden niet verwacht zo snel te gaan en zaten in Noord-Frankrijk zonder brandstof. Daar bovenop waren de voertuigen zwaar afgesleten, er waren veel reserve-onderdelen nodig. Aan de spoorwegen hadden ze niets, de belangrijkste knooppunten en veel treinen waren gebombardeerd.
Dit alles gaf de Duitsers tijd hun een verdedigingslinie op te stellen langs het Albertkanaal in de richting van Antwerpen tot Hasselt. Het maakte de Limburgse› bevolking ongerust, want men was verteld dat Nederland binnen een paar dagen of weken bevrijd zou zijn.
Van de Binnenlandse Strijdkrachten, de BS, was er een commando van stoottroepen in Limburg. Zij vochten mee met de geallieerden. De samenwerking hier beviel zo goed dat Prins Bernhard gevraagd werd nog meer troepen op te richten. Zo ontstond in januari 1945 het regiment [legerafdeling) Limburg.
Op 10 september kwam er eindelijk actie, een van de Amerikaanse legerkorpsen stootten over een front richting Aken, en bevrijdden op 12 september de dorpen Eijsden, Breust, Mesch, Epen, Noordbeek en Slenaken
vlakbij de grens met België. Zo trokken de geallieerden verder, tot op 1B september bijna heel Zuid-Limburg bevrijd was.
Maar in Midden-Limburg liep het front vast.Eind september kwam de troepen hier in zicht, op 25 september waren de Belgische soldaten van de Brigade Piron in Thorn. Maar de Duitsers groeven zich achter het kanaal Wessem-Nederweert in, waardoor de bevrijding van Grathem en Kelpen-Oler nog even zou duren. Zuid- Limburg en het uiterste westen van Midden-Limburg waren al bevrijd, maar toen liep het front vast.
Men schuilde in kelders voor het geweld. Grathem en Kelpen-Oleir vormden de frontlijn, en werden hevig beschoten door de geallieerden en de Duitsers. De hele maand oktober ging het zo door, de toestand was erg gespannen. Die toestand noemden de Engelsen ook wel phoney war' ‘nepoorlog’. Eind oktober leek er eindelijk vooruitgang te komen, dit dacht men onder andere door een evacuatie-bevel van de Duitsers voor Kelpen-Oler en Grathem. Dit bevel werd op 28 oktober uitgegeven, en op 31 oktober herhaald.
Een paar dagen was het stil geweest rond de frontlijn, maar op 14 november 1944 in de namiddag barstte het geweld los. Granaten verwoestten bijna alles wat nog van de dorpen over was. De mannen vochten om zich een weg over het kanaal te banen, in de richting van Grathem, Heel en Kelpen-Oler.
Deze strijd duurde tot de ochtend van 15 november, toen was Grathem echt bevrijd. De geallieerden trokken toen verder, maar bleven in Neer ook 3 dagen steken, voordat ze die plaats bevrijdden. De Duitsers waren toen al grotendeels gevlucht. Degenen die er nog waren lieten de sluisdeuren van de sluis in Panheel openstaan voor ze gingen, waardoor het water naar de Maas ging en de kanaal droog kwam te staan. Verschillende Duitsers hebben nog wat paarden opgeëist voor ze gingen. Vele andere delen van Limburg waren toen al enige tijd bevrijd. In de plaatsen die bevrijd waren, werd natuurlijk feestgevierd. In Grathem werden er ook vlaggen uitgehangen, oranje gedragen, het Wilhelmus gezongen en een optocht gehouden. Amerikanen kwamen voedsel uitdelen in grote vrachtwagens, waar veel kinderen op afkwamen, vragend voor ‘cigarettes for papa, chewinggum for mama’. Duitsers verdwenen uit de schuren van boerderijen en werden vaak vervangen door geallieerde soldaten, die hartelijk ontvangen werden.
Wat was er nog over van het bestuur in de streek?
De Tweede Wereldoorlog heeft niet erg veel gevolgen gehad voor het bestuur, burgemeesters en gemeenteraad hier. De bevoegdheid van de raad en het college van burgemeester en wethouders ging op 1 september 1941 over op de eerste NSB-burgemeester.Daarna hebben een hele rij NSB-burgemeesters elkaar opgevolgd. Tot 3O januari 1942 hebben de Duitsers in Grathem op de vervangen burgemeester na niet veel veranderd aan het bestuur. Op die dag werd meneer Spuisers vervangen door NSB'er Hetterscheid, hij was ook burgemeester van Baexem was, en ooit brigadier-majoor van de rijksveldwacht te Blerick Was geweest. Ook hij werd al snel vervangen door een volgende in de rij, want op Z9 maart 1923 werd hij doodgeschoten, in het voorportaal van het gemeentehuis.
Zo ging het de hele bezetting door, de Duitsers had een hele rij NSB-
burgemeesters klaarstaan, de een volgde de ander op.
De bevrijding heeft weinig opstand veroorzaakt onder het bestuur. Na de bevrijding werd op 20 november oud-wethouder P. Kuppens doar civil affairs (burgerlijke zaken] benoemd tot waarnemend burgemeester, de NSB- burgemeester en zijn gevolg waren al gevlucht. Eind november kwam burgemeester M. Spuisers terug naar Grathem. Gedurende de bezetting was hij in Sittard geweest. Toen hij terugkwam, vond hij zijn dorp zwaar beschadigd, en er zaten veel vluchtelingen uit Wessem, Beegden, Buggenum en Neer.
I-fet: dorpsaanzícht vanuït Kasteel Dud-Buppenum, 1950.
Hoe werden levens weer opgebouwd?
Iedereen was natuurlijk erg blij toen de bevrijding kwam. Overal hing een feestelijke stemming, overal werd de bevrijding gevierd. Men hing de Nederlandse vlag uit, en verbrandde de Duitse vlaggen en Hitler-foto's die op straat hingen. Zo ook in Grathem. Wekenlang werd er gedanst en muziek gemaakt, optochten gehouden en gezongen. Bijna alle verenigingen waren de hele bezetting niet actief geweest. Bijvoorbeeld de harmonie, de vrouwenbond, of buurtclubjes. De harmonie liep de weken na de bevrijding ook speIend door het dorp. Maar men pakten ook de Iandverraders op. Vrouwen die met Duitsers geheuld hadden schoren ze publiekelijk kaal en droegen ze over aan de geallieerden.
Limburg heeft geluk gehad, dat zij vóór de hongerwinter is bevrijd. De geallieerden kwamen voedsel Uitdelen na de bevrijding. Kinderen kwamen aan met de woorden ‘Cigarettes for papa, and chewing-gum for mama'. De Duitsers die in huizen of schuren van Limburgers zaten werden vervangen door Engelsen, Amerikanen of Canadezen, die hartelijk verwelkomd werden.
Vele gebouwen waren zwaar beschadigd, maar ook de levens van sommige van gezinnen waren overhoop gegooid.
Vaders opgepakt, soms ook moeders, kinderen alleen achterbIijvend, of gezinnen die uit elkaar woonden, en niet bij elkaar konden komen door het oorlogsgeweld.
Zo ook mijn oma. Zij was rond de bevrijding ongeveer 10 jaar oud. Toen was het heel gewoon dat meisjes van die leeftijd naar tantes of andere familieleden gingen om in het huishouden te helpen en voor de kinderen te helpen in zorgen. Mijn oma logeerde bij een tante in Neer, waar ze ook Dolle Dinsdag meemaakte, het was toen kermis in Neer. Vijf maanden lang heeft ze niets gehoord van haar familie in Grathem, en zij ook niet van haar. Naar huis kon niet, de bevrijding kwam eraan en er werd over de Maas richting Neer en vanuit Kelpen-Oler geschoten. Degenen die niet gevlucht waren leefden in kelders. De kans dat je de overkant niet haalde was erg groot.
Na vijf maanden was Neer al een tijdje bevrijd, en er werd niet of nauwelijks meer geschoten hier. Mijn oma is toen met enkele dienstmeisjes uit Roermond die richting Baexem gingen terug gelopen naar Grathem. 's Avonds laat kwamen zij in Baexem aan, de meisjes uit Roermond zouden daar blijven overnachten. Mijn oma wilde eigenlijk doorlopen, ze was nu bijna thuis. Maar de mensen daar hebben haar daar gehouden, het was veel te gevaarlijk nu nog over straat te gaan.
De volgende dag kwam ze thuis, 13 december 1944, na vijf maanden geen contact met familie, en een dag voor de verjaardag van haar zusje dat één jaar werd. De familie was natuurlijk erg blij dat zij ongedeerd was, en andersom ook, haar vader is namelijk op het nippertje ontsnapt aan de Arbeitseinsatz.
In die tijd zaten er een paar Engelse soldaten bij hen in huis. Dat vonden mijn oma en haar zussen prachtig, ze konden er dingen ruilen die zij niet (of niet genoeg] hadden, bijvoorbeeld eieren voor zeep. Het enige gebrekkige Engels dat ze spraken was dan ook ’How much eggs for soap?’.
Ook na de oorlog vielen er nog slachtoffers. Er lagen nog mijnenvelden tussen
de dorpen in het land. Verschillende mensen zijn in zo'n mijn gaan staan. Naast het kanaal lagen nog behoorlijk wat landmijnen. Verschillende mensen zijn na de bevrijding eens rond gaan kijken daar, wat levensgevaarlijk was. Ook in dorpen of weilanden lagen nog mijnen. Na een tijdje dacht men dat ze allemaal opgeruimd waren. Bij mijn opa die toen nog in Hunsel woonde zeiden de Engelsen ook dat alle landmijnen weg waren. Zijn familie had een stuk land daar, waar bijna dagelijks een grote hond voorbij kwam rennen op weg naar de boerderij verderop. Op een dag rende de hond voorbij, en liep daarbij over een landmijn. Zo kwamen ze er (misschien net op tijd) achter dat ze toch voorzichtig moesten zijn. Kinderen speelden in de winter 1944-1945 met de ladingen springstof die ze nog vonden. Ze stopten dat in potjes, of hulzen die ze vonden, deden er een lontje in, staken dat aan en renden hard weg. Dat door zulke gebeurtenissen weinig doden zijn gevallen is geluk.
In die periode zijn ook veel mensen uit Noord-Nederland naar deze kant gekomen om aan te sterken. Het waren vooral kinderen die door ouders naar Limburg gestuurd werden. Er waren dan ook verschillende mensen die voor zulke mensen een plaats zochten. Hier zijn bij mijn overgrootouders en hun familie ook een tijdje even paar Amsterdamse kinderen komen aansterken,
waar ze nu nog steeds contact mee hebben. Tijdens die hongerwinter werd er tussen Limburg en België nogal wat gesmokkeld. Boeren maakten altijd een paar hoopjes mest. Er werd dan bijvoorbeeld wel eens afgesproken ‘onder het vijfde hoopje ligt een pak suiker’. ‘s Nachts kwam iemand dat dan pakken. Of men probeerde vee over de grens te krijgen. Een boer uit Hunsel heeft dat ooit geprobeerd via een hond. Hij had de hond in een zak gedaan en op de kar gegooid. Bij de grens wilden de bewakers even kijken, de boer zei dat hij de hond verkocht had en over de grens moest brengen. Toen ze de zak open maakten sprong de hond eruit en rende weg. De boer schreeuwde ’nu moet ik erachteraan want hij moet morgen in België zijn’. Hij ging terug maar nam de hond niet mee, maar een kalf. De bewakers dachten dat hij de hond bij zich had en lieten hem door.
Hoe herstelde men gebouwen weer?
Zoals eerder gezegd werden Grathem en Kelpen-Oler zwaar beschoten tijdens de gevechten tussen de geallieerden en de Duitsers. In Grathem was onder andere de kerktoren kapotgeschoten door de geallieerden, 6 weken voor de bevrijding op 3 november. In Kelpen-Oler was de kerk ook zwaar beschadigd, de windmolen opgeblazen en veel woonhuizen vernield. De opbouw zou moeilijk worden, men sprak zelfs van ‘het vervallen land’. Van de kerken die hier in de buurt nog stonden bIiezen de geallieerden de torens op, omdat de Duitsers daar uitkijkposten konden hebben.
De eerste jaren na de oorlog stopten bijna alle mensen al hun energie in de wederopbouw. Geruïneerde huizen moesten weer woonbaar worden gemaakt, kerken en andere gemeenschapsgebouwen gerestaureerd worden, en van de mijnvelden moest weer Iandbouwgrond gemaakt worden.
Ongeveer een jaar na de bevrijding begon men met de kerk. In eerste instantie was het de bedoeling de kerk te slopen, omdat deze zwaar beschadigd was en aan de kleine kant. Er is uiteindelijk toch besloten de kerktoren weer op te bouwen, en er een stuk aan te bouwen. Dat werd een behoorlijk groot stuk, er is nu bijna dubbel zoveel ruimte voor kerkgangers. ‘Gewone’ mensen uit het dorp hielpen de kerk te restaureren, en ook de andere ruïnes weer woonbaar te maken. Binnen een paar jaar was het grootste deel weer opgebouwd..
Maar de gebouwen waren niet alleen maar beschadigd door bommen, ook door neergestorte vliegtuigen of puin daarvan. Zo is er een geallieerd vliegtuig neer gestort in Grathem dat een woonhuis gedeeltelijk vernietigde en een schuur met de grond gelijk heeft gemaakt. Kasteel Ten Hove werd beschadigd door granaatinslagen in november 1945, maar niet zwaar. Pas in 1963 kon het gerestaureerd worden, terug tot de oorspronkelijke staat, dankzij een subsidie van de Monumentenzorg. Gelukkig zijn er ook verschillende historische gebouwen gespaard gebleven, zoals de watergraanmolen, en de parochie (nu het jeugdhuis].
Interview met Claar Bosmans-Philips
Wanneer kwamen de geallieerden hier in de buurt?
In het najaar 1944, eind september. De eerste soldaten kwamen in Thorn, waarna de Duitse soldaten zich bij het kanaal ingroeven. De Duitsers hielden de geallieerden hier op tot november, en andersom.
Wat is er in al die tijd dat er geallieerden hier waren qebeurd?
De Duitsers groeven zich dus in, en het front liep vast. Allebei kwamen ze geen meter vooruit, en bleven elkaar beschieten. Eind oktober kwam er een evacuatiebevel voor de dorpen Grathem en Kelpen-Oler, hier buiten het dorp richting Baexem was het veilig genoeg thuis te blijven. Toen barstte het los, de geallieerden en Duitsers schoten als gekken. Na anderhalve dag waren de Duitsers overwonnen en waren we bevrijd.
Is er veel feest gevierd na de bevrijding?
Ja wekenlang. Binnen een dag was het hele dorp op straat muziek aan het maken, aan het dansen ook al waren ze geen achttien, en aan het zingen. Na een paar weken nam het gefeest af, maar de weken daarvoor is er uitbundig gefeest.
Wat kon er in de oorloq niet en erna wel?
Bijna alle verenigingen waren stilgelegd tijdens de bezetting, dus er was bijna niets te doen. Behalve naar school gaan, toen ik eigenlijk van school af was, moest ik nog een jaar terug om Duits te Ieren. Iedereen moest dat, en iedereen was kwaad op de Duitsers voor het invoeren van die maatregel. Dus bijna de hele bezetting was er niets te doen na schooltijd.
Heeft de oorlog hier veel verwoest?
De oorlog zelf niet wiel, er is hier eigenlijk geen belangrijk knooppunt van spoorwegen, of hoofdkwartier van het leger. Tijdens de bevrijding is er wel veel kapot geschoten, door de geallieerden en de Duitsers. Ze hebben elkaar hier een paar wekenlang af en toe beschoten, maar de laatste dagen voor de bevrijding schoten ze als gekken.
Hoe kwam het dat ze zolang beziq qeweest zijn Grathem [en Kelpen-Oler] te bevrijden?
Er waren nog Duitsers hier die nog niet gevlucht waren, en toen zij te horen kregen dat er geaIIieerde soldaten aankwamen, groeven ze zich in bij het kanaal. Het front liep hier vast, de geallieerden kwamen niet vooruit, maar de Duitsers ook niet. De geallieerden wisten de Duitsers niet te verjagen, en andersom ook niet. Vandaar dat ze hier een tijd hebben vastgezeten.
Overigens was er vooral in de dorpen schade, het platteland erbuiten bleef bijna helemaal ongedeerd.
Wat deed men hier tijdens de honqerwinter?
Hier werden verschillende mensen, vooral kinderen ondergebracht om aan te komen sterken. Ook werd er wat gesmokkeld her en der, vooral met Belgie, en vooral door boeren. Voor de rest konden we hier ook niet veel doen voor de mensen in het noorden. We probeerden ons leven weer op te bouwen.
Wat was er nog overgebleven van het bestuur?
Daar heb ik niet veeI van meegekregen, ik was nog maar 15. Ik weet wel dat ze bij de bezetting de toenmalige burgemeester, meneer Spuisers hebben vervangen door een NSB lid. Na de bevrijding kwam hij weer gewoon terug.
Waren er veel levens verwoest?
Ja toch behoorlijk wat. Verschillende mensen waren opgepakt, en een groot deel daarvan kwam niet meer terug. Of mensen hadden maanden of jarenlang niets meer van familie die verder weg woonde vernomen, en hoorde pas na een paar jaar of maanden dat er een familielid is opgepakt. Er zijn ook nog een aantal mensen gesneuveld in de oorlog. Zo zijn er veel nooit meer terug gekomen, dat liet sommige families alleen achter met moeder en kinderen. Iedereen moest gewoon verder, hun Ieven weer oppakken.
Conclusie
Voor de bevrijding werd de toestand steeds meer ge›spannen hier in de buurt. De mensen gingen steeds meer in verzet, ze werden de Duitsers steeds meer zat. Ze verveelden zich ook, er was niets meer te doen verenigingen stillagen. Verschillende (geme›enschapsjgebouwen waren helemaal ingestort of zodanig vernield dat men er niet mEiEir in kon komen.
Na vier jaar Duitse bezetting hoopte men elke dag meer dat de bevrijding snel ZDU komen, toen de DuitsEirs leken te verliezEin groeide die hoop nog meer.
Een paar maanden na de geallieerde landingen in Normandië kwamen eindelijk de Belgische soldaten, als voorgangers van de Engelsen. MEin dacht binnen een of dag of twee bevrijd te zijn. Dat ging echter niet door, hier moesten ze nog bijna twee maandEin wachten.Toen ze uiteindelijk bevrijd werden, werd er dan ook uitgebreid feest gevierd.
Na de feesten kon men beginnen met het oppakken van hun voDroorlogse leven, verraders oppakken en ze te straffen. Na een paar jaren was het grootste deel van de huizein weeir opgebouwd, en hadden de mReste mensen hun Ieven weer opgepakt. Verenigingen waren weer volop bc›zig en er werden ook nieuwe opgericht. Men kon weer gaan kienen op maandag, gaan dansen op zaterdag en zo af en toe naar een concert van de harmonie.
Bronnen
Primaire bronnen: Claar Bosmans
Boeken: *’Een boekje open over Grathem en Kelpen-OIer’door drs. Jac.
Forschelein.
*’De Bevrijding’, uit een serie van drie boeken ’De Tweede Wereldoorlog’.
*’Kinderen als ooggetuigen’, daar A.P. van Vaalen.
*Een stuk uit ’De complete geschiedenis van de ID“ eeuw’,
Internet: *Via www.googIe.nl: links van rhc.tilburg.nl, www.goZwarZ.nl
, users.pandora.be, www.lgog.nl, en www.ping.be.
Pfaactes:*allemaal uit ’Een boekje open over Grathem en KeIpEin-OIer’door drs.
Jac. Farschelen.
Door: Jill Bosmans