Bair is geboren op 6april 1928 te Oler. Eén van de eerste herinneringen van Bair was het opblazen van de
Velterbrug te Oler tijdens de meidagenvan 1940. Bair vertelde dat hij als twaalfjarige jongen wakkerschrok in
zijn bed in de boerderij. Daarnaast heeft Bair het nieuws gevolgd van hoe het Duitse leger de kazematten bij
Roermond hadden ingenomen en de Maas hadden overgestoken tijdens de meidagen. Tijdens de periode
1942/1943 ging Bair met de fiets van zijn grootvader en met "oom Pier",een broer van de vader van Thieu en
Bair, naar het circus in Roermond.Tijdens het evenementop het marktplein in Roermond hoorden ze kanonnen
flink te keer gaan in de verte. Wat Bair zich kan herinneren was dat een vliegtuig was neergestort bij Kelpen-Oler
langs de heideweg. Het vliegtuigwrak was geborgen door de Duitsers maar veel materiaal bleef achter. Wat Bair
en zijn vrienden dedenwas het graven naar aluminium buizen van het wrak. Waarmee ze deze buizen deden
vervaardigen naar aluminium ringen. ledereen op school moest zo'n ring hebbenwant anders hoorde je er niet
bij. Echter, de bommen van dit vliegtuigwrak lagen nog begraven in de grond terwijl ze aan het graven waren.
Bair vond het achteraf heel erg gevaarlijk. De vader van Bair had argwaan en is de dag erna met de fiets naar de
politiekazerne in Grathem gefietst en het herkenbaar gemaaktwaarnade vliegtuigbommen zijn verwijderd. Bair
weet nog dat de Geallieerde soldaten aankwamen bij het kanaal Wessem-Nederweertwaarbij de Geallieerde
soldaten met geschut de kerktoren van Kelpen hadden kapot geschoten. Bair beschreef dat dit bombardement
vijf minuten heeft geduurd tot de kerktoren compleet verwoest was. Tijdens dit bombardement was Bair met
anderepersonen bezig op een akker met aardappelen oprapen. Bair omschreef dat een grote granaatscherf tien
metervan hem vandaan is gevallen. De scherf was bijna 20centimeter lang en vijf centimeter breed. Terwijl de
anderepersonen maakte dat ze wegkwamen pakte Bair deze granaatscherf op maar liet hem direct vallen. De
scherf was nog gloeiend heet. Bair omschrijft dat deze granaat een boerderij die aan het aardappelveld lag,
kapot is geschoten.
Herinnering Duitse soldaten
Tijdens de oorlog warentwee Duitse soldaten ingekwartierd. Deze ingekwartierde Duitse soldaten waren een
Duitser en een Oostenrijker. De Duitser heette met de achternaam Bauer en de Oostenrijker Woedraska.Deze
soldaten haddeneen grote kamerin de boerderij in beslag genomen zodat ze daar kondenwonen. Toen het
kanaal defrontlinie werd hadden deze soldaten een schuilkelder gegraven waar ze tijdens bombardementen in
konden schuilen. Bair herinnert zich nog dat de Oostenrijker, Woedraska als beroep kapper was. Alleen wilde
Bair zích niet door hem geknipt worden omdat de haarknipper heel pijnlijk was. De Duitser Bauer was erg
wantrouwig. Bair weet nog dat zijn vader een keer een fles wijn had opengemaakten vroeg of Bauer ook een
glaasje wou. Bauer zij dat vaders eerst moest drinken anders vertrouwde hij het niet. Echter, Bauer was een hele
aardige man, een katholieke en emotionele man. Bauer vertelde op een gegeven moment huilend na het bidden
dat hij heeft gediend aan alle fronten waaronder in Rusland en dat hij zijn familie al bijna acht jaar niet meer had
gezien. Zijn vrouw was hoogzwangertoen hij het leger in moesten heeft zijn kind nog nooit gezien. Ook heeft
Bauer gezegd tegen Duitsers die aan de deur stonden voor de Arbeitseinzats dat Bair's vader en zijn oudere
broers allang weg waren. Bair vertelde dat Bauer al 35 jaar was toen hij ingekwartierd werd op de boerderij in
Oler. Lange tijd na de oorlog gingen twee broers van Bair, Wiel en Harie hem in Duitsland opzoeken. Eenmaal
aangekomen bleek Bauer al een half jaar dood te zijn. Echter hebben ze wel Bauers vrouw en zijn zoon ontmoet.
Wanneer iemandgewond raakte kwamen deze soldaten naar de boerderij van Bair en Thieu. Bair weet nog dat
een gewonde soldaat via de voordeur naar de keuken is gebracht. Bair vertelde dat deze soldaat in dezelfde
nacht is overleden want ze hoorde hem niet meer schreeuwen. Deze dode soldaat is vervolgens naar het
kippenhok gebracht. Bair omschreef dat deze soldaat zwarte laarzen aan had en toen de Duitsers het lichaam
van de soldaat kwamen ophalen dat hij de zwarte laarzen niet meer aan had.
Een ander verhaal wat Bair zich kan herinneren was dat hij en zijn broer Frenz stiekem de Schnaps van de
ingekwartierde Duitsers gingen drinken. Bair omschreef dat het helemaal niet lekker was en dat hij heel duizelig
en ziek werd.
Vee-roof
Wat Bair zich nog goed kan herinneren was dat ze tijdens hun nieuwe onderkomen in Baexem terugliepen naar
Oler. In Oler haddenze nog kippen en een aantal koeien. Eenmaal aangekomen haddende Geallieerden alle
kippen en alle runderen ouder dan één jaar gedood. Toen ze voor een tweede keer teruggingen voor de
runderen was er nog maar één rund over.
Evacuaties
Tijdens de bombardement van de verwoeste kerktoren en zijn ervaring met de granaatscherf op het
aardappelveld moest Bair en zijn familie naar het kerkplein te Baexem.Eenmaal aangekomen bij de kerk werd in
het Duits gezegd dat ze een tijdelijk nieuw onderkomen moesten vinden. De familie Geraats is toen bij een broer
van de vader van Bair, 'Oom Bert' terechtgekomen op de boerderij 'de Schoor in Baexem. Bair herinnert zich
dat de familie in een gewelfde kelder sliep en dat hij in het woongedeelte op een soort stretcher moest slapen.
Op de boerderij in Baexem had 'Oom Bert' zijn radio niet ingeleverd. Tijdens de bezetting moestenalle radio's
worden ingeleverd. Deze radio stond in de schuur waarmee de familie naar radio Oranje kon luisteren. Echter,
een granaat was twintig meter van het woonhuisneergekomenen had de schuur en radio compleet verwoest.
Bair vertelde dat hij heel veel geluk had die dag. Toen ze naar Baexem trokken hadden ze ook een aantal koeien
meegenomen van hun boerderij in Oler.
Herinnering Geallieerde soldaten
Bair kan zich vrij weinig herinneren van de Geallieerde soldaten. Hij omschreef dat de bevrijding van elk dorp
anders was. Burgers werden door de geallieerde soldaten ondergegooid met drank en sigaretten. Bair weet nog
dat ze tijdens de bevrijding blij warendat ze geen zorgen meer hoefden te maken over bommen.